GDPR & WETGEVING

Olympische schietstand Opwijk


                                 HUISHOUDELIJK REGLEMENT/ ALGEMENE VOORWAARDEN/ PRIVACY POLICY

The Shooting Range BV

Erkenning nummer:    13/21/23/0001

Exploitant:   The Shooting Range BV, BTW BE 0788.259.117

Toezicht particulieren: The Shooting Academy VZW, ond. 0739.874.527

Schietstand gelegen te 1745 Opwijk, Steenweg op Vilvoorde 259 

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Genomen in uitvoering van artikel 3, 11° van het Koninklijk Besluit van 13 juli 2000 tot bepaling van de erkenningsvoorwaarden van schietstanden

TITEL I – Algemene bepalingen

Artikel 1. §1. Tenzij anders bepaald in §2 hierna, hebben alle in dit huishoudelijk reglement gebruikte begrippen dezelfde betekenis als ze hebben in de Wapenwet, de uitvoeringsbesluiten ervan of als ze hebben in het omgevingsrecht.

  • § 2. Voor de toepassing van dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder:

1° Schietstand: geheel van alle delen die horen tot de infrastructuur van een club die aan recreatief- of aan sportschieten doet en waarvan aan de exploitant een erkenning werd verleend door de bevoegde provinciegouverneur.

2° Schietruimte: de ruimte waar effectief geschoten wordt met vergunningsplichtige wapens en waarin de schietzone zich bevindt.        Dit omvat de schietstand voor vuurwapens op 100 meter en de schietstand voor vuurwapens op 25 meter

3° Wapenopslag: gedeelte van de inrichting waar leden toegang toe hebben en waar de vuurwapens opgeborgen aanwezig zijn.

4° Gebruiker van de schietstand: elke persoon die in de schietstand kan aanwezig zijn.  Dit kan zowel een lid zijn van een vereniging, een occasioneel gebruiker of een bezoeker niet-schutter zijn.

5° Exploitant: natuurlijke of rechtspersoon die, overeenkomstig artikel 20 van de wapenwet erkend is om de schietstand uit te baten

6° Raad van Bestuur: orgaan van de Titularis van de Erkenning dat ten volle bevoegd is om alle daden van bestuur te stellen.

7° Vereniging: schuttersclub die een gebruiksrecht heeft op de schietstand op basis van een overeenkomst met de Titularis van de erkenning

8° Schutter: lid van een Vereniging of Gebruiker die toegang heeft tot de Schietruimte en aldaar vuurwapens manipuleert

9° Schietstandenbesluit: Koninklijk Besluit van 13 juli 2000 tot bepaling van erkenningsvoorwaarden van schietstanden, zoals gewijzigd

10° Wapenvergunning: vergunning tot het voorhanden hebben van een vergunningsplichtig wapen die is afgegeven:

  • Krachtens artikel 11 van de Wapenwet;
  • Krachtens de wet van 3 januari 1933, voor zover de datum van afgifte, zoals vermeld op deze vergunning, zich situeert tussen 9 juni 2001 en 8 juni 2006;
  • Krachtens de wet van 3 januari 1933, indien de hernieuwing van de vergunning werd aangevraagd bij de bevoegde dienst overeenkomstig artikel 48, tweede lid van de wapenwet

11° Vertegenwoordiger: persoon die, overeenkomstig artikel 3, 6° van het schietstandenbesluit, door de uitbater aangesteld is om hem te vertegenwoordigen en aanwezig te zijn telkens er schietactiviteiten plaatsvinden

12° Toezichter: persoon die door de Exploitant is aangesteld om namens hem het toezicht uit te oefenen op de Gebruikers van de schietstand

13° Vuurlijn: de lijn van achter de welke de Gebruikers vuren in de richting van de doelen.

14° Algemene Voorwaarden: de door de BV The Shooting Range vastgestelde algemene voorwaarden die van toepassing zijn voor alle Gebruikers van de schietstand en die kunnen worden geraadpleegd bij de info balie of op de website www.TheShootingRange.be

Art. 2. § 1. Dit huishoudelijk reglement bepaalt de voorwaarden waaronder Gebruikers toegang kunnen krijgen tot de schietstand, de door de Gebruikers in acht te nemen veiligheidsmaatregelen, de manier waarop eventuele inbreuken worden vastgesteld, de wijze waarop deze veiligheidsmaatregelen worden gehandhaafd en de minimale onderhoudsregels voor de schietstand.

  • § 2. Wat de leden betreft aangesloten bij een Vereniging die gebruik maakt van de schietstanden, hebben de bepalingen van dit huishoudelijk reglement voorrang op eventuele andere bepalingen die in het reglement van deze Vereniging worden opgelegd in de mate dat de in dit reglement opgenomen bepalingen in een hoger beschermingsniveau voorzien.
  • § 3. Dit huishoudelijk reglement heeft betrekking op het gebruik van de schietstanden. Het dient aanvullend te worden gelezen op de Algemene Voorwaarden. Deze Algemene Voorwaarden bevatten belangrijke regels met betrekking tot onder meer de aansprakelijkheid van de Exploitant, de verwerking van persoonsgegevens, de vergoeding van schade veroorzaakt door Gebruikers en de maatregelen die de Exploitant kan nemen ten aanzien van Gebruikers die de regels niet volgen.

Art. 3. §1. De Exploitant zorgt ervoor dat het onderhavige reglement ter kennis gebracht wordt aan de Gebruikers van de schietstand door dit reglement in papieren vorm ter beschikking te stellen aan de ingang van de Schietstand en door het te publiceren op de website www.TheShootingRange.be. Daarnaast kan elke Gebruiker aan een Toezichter een kopie van het reglement of van de Algemene Voorwaarden opvragen. Elke vereniging die haar leden toestaat om de schietstand te gebruiken is ertoe gehouden om haar leden uitdrukkelijk te laten verklaren dat ze kennis genomen hebben van dit huishoudelijk reglement en er onvoorwaardelijk mee instemmen. De Verenigingen dienen aan hun leden een infobrochure te bezorgen waarin de belangrijkste regels omtrent veiligheid op een eenvoudige manier worden uitgelegd.

  • § 2. Elke wijziging van dit reglement of van de Algemene Voorwaarden wordt ter kennis gebracht via een aankondiging op een berichtenbord en via de website www.TheShootingRange.be. Een kopie van het geldende reglement kan steeds worden geraadpleegd bij het secretariaat of kan worden aangevraagd bij de Toezichters.
  • § 3. Gebruikers die geen toegang hebben tot het internet dienen kennis te nemen van de papieren versie van dit reglement en dienen een schriftelijke verklaring te ondertekenen waarbij ze verklaren dat ze kennis genomen hebben van het reglement en zelf de nodige initiatieven zullen ondernemen om zich te informeren omtrent eventuele latere wijzigingen van dit document.

TITEL II – Toegang tot de schietruimtes

Afdeling 1. – Toegangsvoorwaarden

Art. 4. §1. Elke Gebruiker dient over een toegangsbadge te beschikken om toegang te krijgen tot de schietruimte. De toegangsbadge is strikt persoonlijk en is slechts geldig mits de Gebruiker de vergoeding voor de toegang tot de schietstand heeft betaald aan de Exploitant en mits deze Gebruiker de Exploitant de documenten heeft overgemaakt die op basis van artikel 5 van het Schietstandenbesluit dienen te worden voorgelegd om vuurwapens te kunnen hanteren.

  • § 2. Gebruikers die aangesloten zijn bij een Vereniging die een gebruiksovereenkomst heeft met de Exploitant (zoals bijvoorbeeld The Shooting Academy vzw), ontvangen hun persoonlijke toegangsbadge via de Vereniging waarbij ze zijn aangesloten.
  • § 3. Gebruikers die niet zijn aangesloten bij een Vereniging die een gebruiksovereenkomst heeft met de Exploitant, dienen zich vooraf aan te melden bij het secretariaat. Mits betaling van de vergoeding voor een dagkaart en mits voorleggen van de wettelijk vereiste documenten zal hun, tegen afgifte van hun identiteitskaart, een tijdelijke toegangsbadge worden verleend. Na het beëindigen van de activiteiten wordt de tijdelijke toegangsbadge omgeruild tegen de identiteitskaart.
  • § 4. Gebruikers die niet zijn aangesloten bij een Vereniging en die niet in het bezit zijn van een in artikel 5, §1, bedoeld document worden als “Gelegenheidsschutter” beschouwd. Gelegenheidsschutters dienen zich aan te melden bij het secretariaat. Indien een Toezichter beschikbaar is om de Gelegenheidsschutter te begeleiden, stelt het secretariaat een dagkaart voor occasioneel schieten op in drie exemplaren. Eén exemplaar wordt aan de Gelegenheidsschutter bezorgd, een ander exemplaar gaat naar de gouverneur bevoegd naar de provinciegouverneur bevoegd voor de verblijfplaats van de Gelegenheidsschutter (of naar de Federale Wapendienst indien de Gelegenheidsschutter geen verblijfplaats in België heeft) en een ander exemplaar wordt gedurende tien jaar bewaard door de Exploitant, al dan niet in digitale vorm. De Gelegenheidsschutter ontvangt dan, na betaling van de vergoeding voor Gelegenheidsschutters, een tijdelijke toegangsbadge na afgifte van zijn identiteitsbewijs. Na het beëindigen van de activiteit wordt de tijdelijke toegangsbadge geruild tegen de identiteitskaart.

Art. 5. §1. Enkel gebruikers die in het bezit zijn van minstens één van de volgende documenten mogen de Schietruimte betreden:

1° een geldige wapenvergunning afgegeven op zijn naam;

2° een sportschutterslicentie of een voorlopige sportschutterslicentie geldig op het tijdstip van betreden van de schietstand en voor de wapencategorie waartoe het gebruikte wapen behoort;

3° de houder van een geldig jachtverlof;

4° de houder van een Europese vuurwapenpas uitgereikt door een andere lidstaat van de Europese Unie en van de documenten die het voorhanden hebben van een vuurwapen in België vergunnen;

5° de houder van een geldig aanstellingsbewijs als bijzonder wachter;

6° de houder van een geldig getuigschrift van erkenning als wapenhandelaar of als wapenverzamelaar, voor zover met de wapens geschoten wordt voor hun noodzakelijke onderhoud en testen;

7° de houder van een geldige dagkaart als occasioneel schutter, zoals bedoeld in artikel 5, tweede lid van het Schietstandenbesluit;

  • § 2. Gebruikers die met vergunningsplichtig wapens schieten en geen houder zijn van een geldige sportschutterslicentie, een geldige voorlopige sportschutterslicentie of een jachtverlof dienen eveneens aan de uitbater een uittreksel uit het strafregister (afgeven minder dan een jaar geleden) voor te leggen indien ze hem dit document nog niet eerder hebben bezorgd. Deze verplichting geldt niet voor de schutters waarvoor een dagkaart is ingevuld zoals bedoeld in artikel 4, §4 van dit reglement.

Art. 6. §1. De houders van een geldige wapenvergunning kunnen, in de Schietruimte, vuurwapens ontlenen aan andere schutters, voor zover de geleende wapens van hetzelfde type zijn als het type wapen waarvoor aan de ontlener een wapenvergunning werd uitgereikt.

§2. De houders van een geldige sportschutterslicentie en van een geldige voorlopige sportschutterslicentie kunnen, met het oog op het beoefenen van het sportschieten, in de schietruimte, vuurwapens ontlenen aan andere schutters, voor zover de geleende wapens behoren tot een wapencategorie waarin de sportschutterslicentie of de voorlopige sportschutterslicentie geldig is.

§3. In de gevallen zoals bepaald in §1 en §2 geldt dat de wapens enkel worden uitgeleend voor de duur van de schietactiviteit binnen de Schietruimte en mits toestemming van hun bezitter. Onder geen beding mogen vuurwapens van andere schutters worden gebruikt zonder hun uitdrukkelijke toestemming. Indien de uitlener niet aanwezig is, dient een schriftelijke toestemming te worden voorgelegd. De uitlener dient onmiddellijk na het schieten terug in ontvangst worden genomen. Eventuele schade aan de wapens dient steeds door de ontlener te worden vergoed.

§4. Erkende wapenhandelaars of wapenverzamelaars kunnen op de schietstand enkel vergunningsplichtige wapens gebruiken voor zover dit noodzakelijk is voor onderhoud van deze wapens of testen. Zij kunnen enkel schieten met de verboden wapens die ze onder een uitzondering van artikel 27 van de Wapenwet voorhanden mogen houden op door de Exploitant vastgelegde tijdstippen tijdens de welke de Schietruimte niet toegankelijk mag zijn voor andere Gebruikers.

Art. 7. §1. De Exploitant stelt zijn accommodatie, ter beschikking van Gebruikers dewelke deze binnen de geldende normen gebruiken. De door de Exploitant aangestelde Toezichters zien toe op het naleven van deze normen.

  • § 2. Bezoekers, dit zijn personen die zich binnen de Schietruimte bevinden en die geen vuurwapens hanteren, zijn slechts in de Schietruimten toegelaten wanneer ze door een Gebruiker begeleid worden en mits hun aanwezigheid door een Toezichter uitdrukkelijk wordt toegestaan.

Art. 8. §1. Maximaal één maal per jaar kan een bezoeker, die niet beschikt over de nodige documenten om aan sportschieten te doen, kennismaken met de schietsport en vergunningsplichtige wapens hanteren op de schietstand. Daarbij dienen de volgende regels te worden nageleefd:

1° de Exploitant of zijn aangestelde vullen vooraf een dagkaart in, zoals bedoeld in artikel 5, tweede lid van het Schietstandenbesluit. Zij sturen een afschrift van deze dagkaart naar de provinciegouverneur bevoegd voor de verblijfplaats van de gastschutter binnen de zeven dagen. De Exploitant vergewist er zich van dat de bezoeker op een gepaste manier wordt begeleid, waarbij minstens een uitvoerige briefing wordt gegeven over de veiligheidsregels.

2° de gastschutter wordt ten allen tijde begeleid door een begeleider die daartoe is aangeduid door de uitbater of een aangestelde. De naam van de begeleider dient te worden doorgegeven aan een Toezichter vooraleer de bezoeker de Schietruimte kan betreden. De aangeduide begeleider van de gastschutter dient aan de voorwaarden te voldoen om zelf te zijn vrijgesteld van het afleggen van de praktische proef indien hij een vergunning zou aanvragen voor een wapen dat van hetzelfde type is als het wapen dat gebruikt wordt door de gastschutter (b.v de houder van een geldige sportschutterslicentie die geldig is in de wapencategorie waartoe het wapen dat door de gastschutter gemanipuleerd zal worden behoort).

3° De begeleider dient de gastschutter vooraf de geldende veiligheidsregels en de werking van het wapen uit te leggen. Hij stelt het wapen ter beschikking en ziet erop toe dat het wapen veilig gemanipuleerd wordt. Na het schieten neemt de begeleider het wapen onmiddellijk terug in bezit.

TITEL III – Gebruik van de schietruimtes

AFDELING 1 – ALGEMENE BEPALINGEN

Art.9. §1. De Gebruikers dienen rekening te houden met de aanwezigheid van andere Gebruikers in de schietstand en er zich van te onthouden om handelingen te stellen die overmatige last veroorzaken voor andere schutters. Onder meer de volgende vormen van schieten worden beschouwd als het veroorzaken van overdreven overlast:

  • Het heel snel, binnen de 2 seconden, semi automatisch vuren al dan niet in buien;
  • Het zich zodanig opstellen dat andere Gebruikers overmatig gehinderd kunnen worden door uitgeworpen hulzen;
  • Het gebruik van geluidsapparatuur op de schietstand;
  • Het gebruik van storende verlichting;
  • Het voeren van luide gesprekken die door alle Gebruikers binnen de Schietruimte te volgen zijn;
  • Het storend gebruik van mobiele telefoontoestellen of andere al dan niet elektronische toestellen die irriterende of storende geluiden voortbrengen.
  • § 2. De gebruikers dienen zich op een vriendelijke, beleefde en respectvolle manier te gedragen tegenover de andere gebruikers op de stand, de Toezichters, de Exploitant en diens aangestelden.
  • § 3. Het is verboden om binnen de Schietruimte beeld- en/of geluidsopnamen te maken of om dergelijke beeld- of geluidopnamen te verspreiden op welke manier dan ook.

AFDELING 2. – TOEGANG TOT DE SCHIETRUIMTE | MAXIMAAL AANTAL GEBRUIKERS

Art. 10. Personen die de schietruimte betreden dienen TEN ALLEN TIJDE gehoorbescherming en gezichtsbescherming te dragen.

Art. 11. §1. Alle Gebruikers en bezoekers dienen zich ten allen tijden strikt te houden aan art. 3 § 9° van het schietstandenbesluit, dat luidt als volgt:

“Alcoholische dranken mogen slechts worden genuttigd door particuliere schutters die hun schietactiviteiten volledig hebben beëindigd, en in geen geval binnen de schietruimte en de wapenkamer; in deze ruimten geldt tevens een algemeen rookverbod; de toegang tot de schietstand is ontzegd aan elke persoon die kennelijk in staat van dronkenschap verkeert of in een soortgelijke staat ten gevolge van het gebruik van drugs of geneesmiddelen”

  • § 2. Het gebruik van alcoholische dranken, drugs of geneesmiddelen in de Schietruimte is strikt verboden.
  • § 3. De Toezichters die vaststellen dat een Gebruiker kennelijk niet veilig wapens kan manipuleren door een staat van fysiek onvermogen (b.v. depressie, zwakte, staat van dronkenschap soortgelijke staat ten gevolge van het gebruik van drugs of geneesmiddelen) kunnen de betrokkene verzoeken de schietruimte en/of de schietstand te verlaten.

 Art. 12. §1. Binnen de Schietruimte mogen alle vergunningsplichtige vuurwapens worden gebruikt die niet zijn uitgesloten in artikel 1 van bijlage 1 bij dit reglement

  • § 2. Binnen de Schietruimte mag alle munitie worden gebruikt, behalve de munitie die is uitgesloten op basis van artikel 2 van bijlage 1 bij dit reglement
  • § 3. De wapens moeten steeds in goede staat van onderhoud verkeren en de munitie voor deze wapens moet dusdanig gekozen zijn dat het wapen volledig storingvrij werkt. Wapens en munitie die, op basis van de milieuvergunning van de schietstand, niet toegelaten zijn in het type waaronder de schietstand is ingedeeld, mogen niet gebruikt worden.

Art. 13. Enkel Gebruikers hebben toegang tot de Schietruimte. Bezoekers die geen wapens hanteren mogen de Schietruimte enkel betreden nadat dit door een Toezichter werd toegestaan.

Art. 14. Elke Gebruiker dient zich, alvorens de Schietruimte te betreden, in te schrijven in het elektronisch register door gebruik te maken van een toegangsbadge. In het register worden volgende gegevens opgenomen: naam Gebruiker, datum, uur van aankomst aan de Schietruimte, wapentype, kaliber en uur van vertrek uit de Schietruimte.

AFDELING 3. – VEILIG HANTEREN VAN VUURWAPENS

Art. 15. Gebruikers dienen ten allen tijde de volgende veiligheidsmaatregelen na te leven:

  • De loop van een wapen wijst ten allen tijde naar het doel en de kogelvanger;
  • De vinger mag enkel binnen de trekkerbeugel worden gebracht tijdens het mikken op de doelen zelf.
  • Indien een alarmsignaal in werking is, dient de Gebruiker zich op minstens 2 meter van een wapen te bevinden, dus minstens achter de binnen de Schietruimte aangeduide lijn.
  • De instructies van de Toezichters moeten strikt worden nageleefd.

Art. 16. §1. De wapens dienen vervoerd te worden conform de wettelijke bepalingen.

  • § 2. Onmiddellijk na aankomst op de schietstanden zullen de zoals in 1° beschreven verpakte wapens in de wapenkamer worden ondergebracht, in afwachting van het betreden van de Schietruimte. Ook na gebruik van de Schietruimte zullen de wapens verpakt zoals in 1° beschreven terug in de wapenkamer worden ondergebracht.

Art. 17. In- en uitpakken van wapen en munitie

  • § 1. Het wapen en de munitie wordt enkel aan de schiettafel op de vuurlijn uit- en ingepakt, onder voorwaarde dat:
  • De vuurlijnbeveiliging niet in werking is
  • Dat er zich niemand tussen het doel en de vuurlijn bevindt
  • Dat dit niet door een Toezichter verboden is
  • § 2. Het wapen zal meteen geheel ontladen, (dus zonder lader of patronen in de kamer) met het sluitstuk open en met de loop naar de kogelvanger gericht op de schutterstafel (aan de vuurlijn) worden neergelegd.

Art. 18. Laden van het wapen

  • § 1. De Gebruiker zal zijn wapen dan pas laden als hij volledig klaar is om ook effectief te schieten. (schietkaart hangt; oor -en oogbescherming opgezet; kijker geplaatst en afgesteld; enz.).
  • § 2. De Gebruiker zal tijdens het laden zich zo opstellen dat de loop van het wapen altijd in de richting van het doel blijft. De loop van een wapen dient ten allen tijde in de richting van de kogelvanger te wijzen.
  • § 3. De Gebruiker zal, vanaf het ogenblik dat hij munitie in het wapen brengt, dit wapen vast nemen en het onder geen enkele voorwaarde terug neerleggen voordat het wapen geheel ontladen is en het sluitstuk open is.
  • § 4. De Gebruiker zal, vanaf het ogenblik dat hij munitie in het wapen brengt, het wapen stevig vasthouden en het pas neerleggen wanneer het wapen volledig ontladen is, met het sluitstuk of de trommel open. De trekkervinger wordt slechts op de trekker geplaatst vanaf het ogenblik dat de Gebruiker effectief op het doel aan het mikken is.

Art. 19.   Ontwapenen en ontladen van het wapen dient als volgt te gebeuren:

  • § 1. Voor de pistolen :
  • verwijder eerst de lader uit het wapen.
  • Trek vervolgens de slede helemaal naar achter en blokkeer ze in deze stand. Bij het achteruittrekken van de slede zal de patroon die in de kamer zat hieruit verwijderd worden en uit het wapen vallen.
  • Controleer of de kamer wel degelijk leeg is en leg het wapen (met geopend sluitstuk dus) neer in de richting van de kogelvanger.
  • (Ontlaadt de lader) Maak nu de lader leeg

Let er op dat tijdens al deze handelingen de loop van het wapen steeds in de richting van de kogelvanger blijft.

  • § 2. Voor de revolvers :
  • neem met enkele vingers de haan stevig vast (zodat men de haan kan tegenhouden bij het overhalen van de trekker).
  • Houdt de haan in de achterste stand en haal de trekker over.
  • Blijf kracht uitoefenen op de trekker en laat de haan zachtjes naar voor komen. Als de haan in de voorste stand is, wordt haan en trekker losgelaten.
  • Open de trommel en (verdrijf) verwijder met behulp van de uitwerpstang (verbonden met de uitwerpster) de patronen uit de trommel. Let vooral bij deze laatste handeling ook goed op dat de loop van het wapen steeds in de richting van de kogelvanger blijft. Het wapen mag wel wat naar boven gekanteld om het uitnemen van de patronen (of de hulzen) te vergemakkelijken, maar in het horizontale vlak moet het wapen op de kogelvanger gericht blijven.
  • Leg het wapen met geopende trommel neer, de loop in de richting van de kogelvanger.
  • § 3. Voor de geweren :
  • indien het geweer een lader heeft dient deze altijd eerst te worden verwijderd.
  • Vervolgens dient het sluitstuk achteruit gebracht te worden en afhankelijk van het model in deze stand verankerd te worden.

Het sluitstuk moet hoe dan ook open blijven als het wapen wordt neergelegd. Is hiervoor geen vergrendeling voorzien of gebeurt deze vergrendeling door het inbrengen van een (lege) lader en wordt het sluitstuk met een veer dichtgedrukt, dan zal de schutter het (dichtgaan) sluiten van het sluitstuk verhinderen door in de uitwerpopening een  voorwerp in te brengen (bijvoorbeeld een op maat gezaagd stukje hout of plastiek) .

Art. 20. Het oplossen van storingen.

  • § 1. In gelijk welke omstandigheid, hetzij door een storing of het onklaar worden van het wapen of een deel ervan, dient de storing steeds opgelost te worden terwijl de loop naar de kogelvanger gericht blijft.
  • § 2. Bij het niet (afgaan) afvuren van het wapen na het overhalen van de trekker (een ketser) dient men volgende stappen te doorlopen;
  • Houdt het wapen minimum 30 seconden op het doel gericht (er kan nl. nog een naverbranding optreden waardoor het kruit in de patroon slechts na enkele seconden vuur zal vatten.)
  • Ontlaadt het wapen en open het sluitstuk. (veiligheidsprocedure)

Indien een gepercuteerde maar niet afgeschoten patroon wordt aangetroffen (een ketser genoemd) dient deze met enige omzichtigheid (deze patroon dient als onstabiele munitie te worden aanzien) in de ketsersbak van de schietstand gedeponeerd te worden.

  • § 3. Wanneer bij het afvuren van het wapen een merkelijk lichtere terugslag wordt bemerkt dan normaal, dan dienen de volgende stappen worden doorlopen :
  • Ontlaadt het wapen en open het sluitstuk (veiligheidsprocedure)
  • Ga met een kuisstok door de loop of bij gebrek hieraan, kijk door de loop, om zeker te zijn dat er geen projectiel in is blijven steken.

De kans dat een projectiel in de loop is blijven steken is zeker niet denkbeeldig. Het afvuren van een wapen terwijl nog een projectiel in de loop zit, kan leiden tot zware materiële en lichamelijke schade.

Art. 21.   Reactie op de veiligheidsapparatuur.

  • § 1. Elke Schietruimte is uitgerust met een vuurlijnbeveiliging die automatisch in werking zal treden wanneer er zich iemand voorbij de vuurlijn begeeft. De vuurlijnbeveiliging bestaat onder meer uit één of meerdere rode of gele zwaailampen aangevuld met een geluidssignaal.
  • § 2. Bij een ingeschakelde vuurlijnbeveiliging mag er niet geschoten worden (de schietstand niet gebruikt worden) en moeten alle schutters de schietbox verlaten (van hun wapens en munitie afblijven) en zich achter de rode lijn begeven. Er wordt onder geen enkel beding aan wapens of munitie gemanipuleerd. De schutters mogen de rode lijn slechts opnieuw overschrijden nadat dit door een Toezichter is toegelaten.
  • § 3. Wanneer deze vuurlijnbeveiliging tijdens een schietoefening plots in werking treedt, dienen de schutters onmiddellijk het vuren te staken en hun wapens te ontladen. (veiligheidsprocedure)

Art. 22.  Reinigen van de wapens.

  • § 1. Het algemeen onderhoud en reinigen van de wapens dient bij de schutter thuis of bij de wapenmaker te gebeuren. Kleine reinigingen om de bedrijfszekerheid van het wapen te garanderen, kan gebeuren in de wapenkamer of in een daartoe bestemde ruimte
  • § 2. Er mogen geen onderhoudshandelingen, wijzigingen, montages of andere handelingen gebeuren terwijl het wapen zich binnen de Schietruimte bevindt.
  • § 3. Er mogen in geen geval wapens in of uitgepakt of gereinigd worden aan de tafels of rekken achter de schutters. Deze tafels mogen wel gebruikt worden voor het onderbrengen en opbergen van lege wapenkoffers , tassen , kaarten e.d.

Art. 23. De Gebruiker is steeds verantwoordelijk voor zijn wapen en mag in geen geval zijn wapen onbeheerd achterlaten, tenzij ontladen en verpakt in de wapenkamer. Een wapen mag alleen in de wapenkamer ondergebracht worden als de eigenaar van het wapen in de infrastructuur aanwezig is, of indien het wapen werd geleend overeenkomstig artikel 12/1 van de wapenwet, indien de schriftelijke overeenkomst kan worden voorgelegd.

AFDELING 4. – TOEWIJZING VAN DE SCHIETBANEN | GEBRUIKSDUUR

Art. 24. §1. Bij aankomst kan een Gebruiker vrij een beschikbare schietbaan innemen.

  • §2. Een schietbaan is beschikbaar tenzij ze door een Toezichter buiten gebruik is gesteld of indien ze gereserveerd werd door een andere Gebruiker

Art. 25. Een Gebruiker dient zijn schietactiviteiten te voltooien binnen een tijdsspanne van één uur na aankomst binnen de Schietruimte. Indien de bezetting van de schietstand, de wachtrij en de reservaties dit toelaten, kan een Toezichter toestaan dat een Gebruiker gedurende een bijkomend uur gebruik maakt van en schietbaan.

Art. 26. Gebruikers die een schietbaan reserveerden via www.TheShootingRange.be, dienen zich bij aankomst aan de Schietruimte aan te melden bij de Toezichter. De Toezichter laat hen weten welke schietbaan voor hen voorbehouden is en gedurende welke tijd de reservatie geldig is. Artikel 26. Is momenteel niet van toepassing in The Shooting Range.

Art. 27. Bij het verlaten van de schietbaan dient elke Gebruiker zijn doelen te verwijderen en hulzen op te rapen zodat de schietplaats volledig proper is

AFDELING 5. – OPSTELLEN VAN DE DOELEN

Art. 28. §1. Er mag op geen andere voorwerpen dan op daartoe ontworpen doelen worden geschoten.

  • § 2. Er mag niet geschoten worden op de vloer, het plafond, de wanden, het schijventransportsysteem, de verlichting, de lampen, de uitrusting van de schietstand of enig ander voorwerp dan de doelen.

Art. 29. Er zijn ook andere doelen ter beschikking (dierensilhouetten, bowling pins, enz). Gebruikers mogen eigen doelen meebrengen mits deze niet aanstootgevend zijn en conform de regelgeving zijn. Een Toezichter kan ten allen tijde het gebruik van niet-conforme doelen verbieden.

Art. 30. §1.De Gebruikers dienen hun doelen zodanig op te stellen dat, indien ze geraakt worden, het projectiel enkel in de kogelvanger kan terecht komen.

  • § 2. De Gebruikers dienen hun doelen vast te maken aan het schijventransportsysteem op zodanige wijze dat deze doelen vast blijven en dat het schijventransportsysteem zelf niet beschadigd wordt.

Art. 31. De doelen dienen te worden geplaatst op volgende afstanden van de schietlijn:

  • Binnen de schietruimte voor luchtdrukwapens: op minstens 10 meter
  • Binnen de schietruimte voor vuurwapens met 25 meter lengte: op minstens 10 meter;
  • Binnen de schietruimte voor vuurwapens met 100 meter lengte: op minstens 50 meter

AFDELING 6. – GEBRUIK VAN DE WAPENS | VERBODEN SCHIETTECHNIEKEN

Art. 32. §1. Het vuren in een andere richting dan de kogelvanger en op andere voorwerpen of doelen dan deze die zijn toegelaten is verboden.

  • § 2. Er kan enkel worden gevuurd op doelen die zijn opgesteld binnen de eigen schietbaan. “Schuin vuren” is verboden.
  • § 3. Het dragen van wapens in de Schietruimte is verboden.
  • § 4. In de Schietruimte mogen enkel wapens worden gedragen in het kader van trainingen of wedstrijden voor erkende dynamische disciplines. Tijdens de bijzondere openingsuren voor deze activiteiten. Onverminderd de reglementen die van toepassing zijn op de dynamische disciplines, zoals IPSC schieten, gelden de volgende regels voor het dragen van vergunningsplichtige wapens in de schietruimte:
    • de wapens worden ongeladen gedragen in een holster;
    • er mag zich geen gevuld magazijn in het wapen bevinden vooraleer het bevel gegeven wordt het wapen te laden;
    • na het beëindigen van de oefening dient het wapen te worden ontladen. Er dient nog één maal te worden drooggevuurd in de richting van de kogelvang. Het wapen kan slechts in de holster worden geplaatst nadat de toezichter vastgesteld heeft dat het wapen ongeladen is.
    • enkel de houders van een vergunning tot voorhanden hebben van een wapen, en van een geldige sportschutterslicentie kunnen wapens dragen.

Art. 33. Het testen van wapens en munitie kan alleen mits vooraf een Toezichter hierover wordt ingelicht.

Art. 34. de volgende schiettechnieken zijn in een gesloten schietstand verboden:

  • Volautomatisch schieten;
  • Schieten op menselijke silhouetten;
  • Gewelddadige scenario’s;
  • Realistische situaties;
  • Schieten vanuit dekking;
  • Schieten waarbij het wapen verborgen wordt gehouden- gebruik van geluidsdempers, laserrichtmiddelen, nachtkijkers of andere beeldversterkers;
  • Het gebruiken van een holster, uitgezonderd bij erkende trainingen van schietdisciplines waarbij het gebruik van een holster voorgeschreven is;
  • schieten vanuit de heup;
  • Schieten met miniatuurkanonnen;
  • Schieten met voorladers van welke soort dan ook;

AFDELING 7. – VEILIGHEIDSPROCEDURE BIJ INCIDENTEN

Art. 35.  Bij BRAND in de schietstand of bij het horen van de brandmelding, geldt dat:

  1. Onmiddellijk de schietoefening wordt beëindigd en indien mogelijk de veiligheidsmaatregelen met betrekking tot de wapens uitvoeren.
  2. Onmiddellijk de ventilatie uitschakelen door de noodstop in te drukken.
  3. Telefonisch de BRANDWEER VERWITTIGEN: de telefoon staat (PLAATS AANDUIDEN).

Telefoonnummer hulpdiensten:  112

  1. BRANDBESTRIJDINGSMATERIAAL gebruiken, indien mogelijk.

Indien mogelijk, zal diegene die de brand opmerkt, reeds trachten de brand te bestrijden met de aanwezige brandbestrijdingsmiddelen

  1. De schietstand moet onmiddellijk ontruimd worden.

Art. 36.  Bij een SCHIETINCIDENT

  1. Onmiddellijk de schietoefening stopzetten en de veiligheidsmaatregelen op de wapens uitvoeren
  2. Telefonisch de hulpdiensten via het telefoonnummer 112 verwittigen
  3. EHBO materiaal aanwenden:.
  4. De Exploitant onmiddellijk verwittigen ( telefoon nr.’s staan op het toestel.)
  5. Om het doen van de nuttige vaststellingen niet te belemmeren, mag niemand de schietstand verlaten vooraleer de officiële instanties aanwezig zijn en hiervoor de toestemming hebben verleend.

Art. 37. Bij andere incidenten die een tussenkomst vereisen (ONHEIL.)

  1. Onmiddellijk de schietoefening stopzetten en de veiligheidsmaatregelen toepassen (beëindigen.)
  2. Telefonisch de hulpdiensten via het telefoonnummer 112 verwittigen.
  3. Op aanwijzing de installaties ontruimen.
  4. De Exploitant onmiddellijk verwittigen ( telefoon nr.’s staan op het toestel).

Titel IV – opslag en onderhoud van wapens binnen de schietstand

Art. 38. § 1. Gebruikers dienen hun wapens ten allen tijde op te slaan in de wapenkamer. Tenzij tijdens de aanwezigheid binnen de Schietruimte, mogen de wapens zich enkel in de Wapenkamer bevinden.

  • § 2. Dit betekent dat het verboden is om de wapens op andere plaatsen dan in de Wapenkamer op te slaan. Op geen enkele andere plaats mogen wapens of koffers, draagtassen of enige andere verpakking waarin zich wapens bevinden worden opgeslagen.
  • § 3.De wapens die in de wapenkamer worden opgeslagen mogen niet gewapend of geladen zijn. De munitie wordt bewaard in een afzonderlijke brandbestendige kast of koffer die in de wapenkamer is geplaatst.
  • § 4. Het is verboden om in de wapenkamer wapens uit te pakken, te tonen, te manipuleren, te onderhouden, er wijzingen aan te doen, er onderdelen op hulpstukken aan te monteren, ze te reinigen of er welke handeling dan ook mee te stellen.
  • § 5.Het reinigen of onderhouden van de wapens kan enkel in de daartoe voorziene technische ruimte. Deze ruimte moet steeds proper worden achtergelaten. Deze ruimte is enkel toegankelijk in aanwezigheid van een toezichter.

Titel V – Toezichters | controle | maatregelen

Art. 39. De Exploitant stelt Toezichters aan die belast zijn met de volgende taken:

  • Het controleren van de toegang tot de schietruimtes om na te gaan of alle Gebruikers voldoen aan de bepalingen van titel II van dit reglement
  • Het uitoefenen van toezicht binnen de Schietruimtes om na te gaan of alle Gebruikers de diverse gebruiks- en veiligheidsregels van titel III naleven
  • Vaststellen van schade die door een Gebruiker wordt veroorzaakt

Art. 40. §1. Bij het uitvoeren van hun taken, kunnen de Toezichters zich de volgende documenten laten voorleggen met als doel om na te gaan of een Gebruiker rechtmatig toegang heeft tot de Schietruimte:

  • Identiteitskaart
  • Lidkaart / toegangsbadge
  • Vergunning tot het voorhanden hebben van vergunningsplichtige wapens (“model 4”)
  • Sportschutterslicentie
  • Jachtverlof
  • De aanstelling als bijzonder wachter;
  • Een Europese vuurwapenpas afgegeven door een andere lidstaat van de Europese Unie;
  • Een dagkaart als occasioneel schutter
  • Een uitleendocument op basis waarvan het wapen desgevallend ontleend werd;
  • Een erkenning als wapenhandelaar of als wapenverzamelaar
  • §2. De Toezichters kunnen de Gebruikers verzoeken om hun tassen, koffers of andere verpakkingen te openen met het oog op de controle van de technische kenmerken van de gehanteerde wapens, munitie of laders teneinde na te gaan of het gebruik van deze wapens, munitie of laders toegelaten is op basis van de exploitatievoorwaarden van de schietstand of op basis van dit reglement.
  • §3. Indien een Gebruiker de gevraagde documenten niet voorlegt of niet meewerkt aan de controle van zijn wapens, munitie of lader, zal de Toezichter dit melden aan de Raad van Bestuur. Een bestuurder kan dan beslissen om melding te doen bij de lokale politie met het oog op het doen van de vaststellingen binnen de bevoegdheden waarover deze diensten beschikken.

Art. 41. De Toezichters kunnen de volgende maatregelen nemen indien zij vaststellen dat een Gebruiker de reglementaire bepalingen of dit huishoudelijk reglement niet naleeft:

  • De Gebruiker aanmanen om de situatie recht te zetten en de reglementering na te leven;
  • De Gebruiker een verwittiging geven en hierover de Exploitant inlichten;
  • De Gebruiker verzoeken om zijn wapen klaar te maken voor vervoer conform de wettelijke en reglementaire bepalingen, het wapen op te slaan in de wapenkamer en zich aan te melden bij een bestuurder om het incident te bespreken

Art. 42. §1. Indien de Gebruiker de door de Toezichter gegeven aanbevelingen of verwittigingen niet opvolgt, of indien de Gebruiker de door de Toezichter gegeven richtlijnen in vraag stelt, zal de Gebruiker onmiddellijk de Schietruimte dienen te verlaten om zich aan te melden bij de Exploitant.

  • §2. Indien de reactie van de Gebruiker een gebrek aan elementaire beleefdheid of respect voor de Toezichters, de Exploitant of diens aangestelden vertoond, kan, conform de Algemene Voorwaarden, de Gebruiker uitgesloten worden.
  • §3. Indien de Toezichters, de Exploitant of diens aangestelden vaststellen dat een Gebruiker inbreuken pleegt op reglementaire bepalingen in de mate dat deze mogelijks strafbare gedragingen uitmaakt, zal de Exploitant hiervan onverwijld aangifte doen bij de politiediensten met het oog op het laten doen van de nodige vaststellingen. De Gebruiker zal in dergelijke gevallen worden uitgesloten of worden geschorst tot over de zaak een uitspraak is gedaan.

Art. 43. §1. Elke Gebruiker is ertoe gehouden een Toezichter in te lichten over schade die ontstaat aan de infrastructuur. Zowel schade die ontstaat door de eigen daden van de Gebruiker, als door de daden van andere Gebruikers dienen te worden gemeld zodat de regeling voor vergoeding van schade, zoals bepaald in de Algemene Voorwaarden, kan worden toegepast.

  • §2. De Gebruikers zijn er toe gehouden de schade te vergoeden die door opzet, door onachtzaamheid en/of door het niet naleven van de toepasselijke reglementen of instructies van de toezichter heeft aangericht. In dat geval zal de te vergoeden schade gelijk zijn aan de materiaal- en herstellingskost zonder enige toeslag.
  • §3. Indien geen melding wordt gedaan aan de Toezichter overeenkomstig het bepaalde in §2, worden alle schutters wiens aanwezigheid in de schietruimte blijkt uit het aanwezigheidsregister ten tijde van het ontstaan van de schade geacht hoofdelijk en ondeelbaar aansprakelijk te zijn voor de aangerichte schade. In dat geval zal de te vergoeden schade gelijk zijn aan de materiaal- en herstellingskost met een toeslag van 50%.

Art. 44. §1. De Exploitant of zijn aangestelde kunnen aan de schutters munitie overdragen met het doel deel te nemen aan de activiteiten in de schietstand op dezelfde dag, en enkel in de hoeveelheid noodzakelijk daartoe.

§2. Elke aan- of verkoop van munitie wordt geregistreerd in het register van het model C dat wordt bijgehouden overeenkomst artikel 23 van het Koninklijk Besluit tot uitvoering van de Wapenwet.

TITEL VI – Onderhoud

Art. 45 §1.. De exploitant zal zich houden aan de gewestelijke exploitatievoorwaarden voor schietstanden en de daarin bepaalde regels met betrekking tot het onderhoud van schietstanden.

§2. Voor schietstanden waar vuurwapens gebruikt worden, worden alle plaatsen waar zich stof met onverbrand kruit kan bevinden, regelmatig gereinigd. De onderhoudsfrequentie is afgestemd op het gebruik van de schietstand en de gebruikte munitie. Bij de reiniging van de schietstanden wordt ervoor gezorgd er zo weinig mogelijk stof verspreid wordt.

§3. Het onderhoud van de schietruimte omvat minstens:

–        de hulzen na ieder gebruik van de stand verzamelen. De hulzen worden zo verzameld dat het kruit en de hulzen gescheiden blijven of gescheiden worden door toestellen die speciaal daar voor zijn uitgerust. De lege hulzen worden bewaard in een afsluitbaar recipiënt, dat ten minste één keer per jaar wordt gereinigd met water;

–        de vloer één keer per gebruiksdag van de schietstand stofzuigen of nat reinigen in:

o   de ruimte achter de schietplaatsen;

o   de zone binnen vijf meter voor de schietplaatsen;

–        de volledige vloer van de schietstand na iedere vijftig gebruiksuren stofzuigen (met stofzuiger die aan ATC 94/9/EC norm voldoet) of nat       reinigen;

–        één keer per jaar of na duizend gebruiksuren de wanden nat reinigen of stofzuigen;

–        één keer per jaar alle andere plaatsen reinigen waar stof zich kan ophopen;

–        minstens één keer per jaar de filters van de ventilatie reinigen volgens de richtlijnen van de fabrikant;

–        defecte verlichtingselementen onmiddellijk vervangen.

§4. Het onderhoud van de kogelvanger

–        iedere tienduizend patronen per schietbaan of ten minste één keer per maand klein onderhoud. Dat onderhoud omvat minstens:

o   een visuele inspectie;

o   het herstel van loszittende onderdelen;

o   de verwijdering van resten van projectielen;

–        iedere dertigduizend patronen per schietbaan of ten minste één keer per jaar:

–        een uitgebreide visuele inspectie van de integriteit van de kogelvang en de constructie;

–        het herstel of de vervanging van loszittende onderdelen;

–        het herstel of de vervanging van alle onderdelen die schade hebben opgelopen;

–        de verwijdering van de resten van de projectielen;

–        de projectielresten uit het zandlichaam dat als kogelvanger dient verwijderen.

§5. De datum en de aard van de onderhouds- en reinigingswerkzaamheden worden genoteerd in een register dat deel uitmaakt van het exploitatiedossier, dat de exploitant bijhoudt en ter inzage houdt voor de toezichthouder.

Dit huishoudelijk reglement werd aangenomen door de Raad van Bestuur op 26 maart 2023.

Aldus opgemaakt te Affligem, op 26 maart 2023.

Bestuurder,

Exploitant,

BV The Shooting Range,

Dirk De Bisschop

 

 

The Shooting Range BV

BIJLAGE 1: Beperkingen inzake het wapengebruik en de munitie:

Art. 1. Het gebruik van de volgende wapens op de schietstand is verboden binnen alle schietruimtes:

  • Zwartkruitwapens 
  • Wapens die projectielen verschieten met een kinetische energie hoger dan 5.000J gemeten bij de loopmonding.
  • Wapens voor uitsluitend militair gebruik, zoals automatische vuurwapens,…
  • Wapens die voorhanden gehouden worden in strijd met de Wapenwet of de uitvoeringsbesluiten ervan.

Art. 2. Het gebruik van de volgende munitie is niet toegestaan in de schietruimtes:

  • Militaire surplusmunitie met een hardstalen kern.
  • Indringende, brandstichtende of ontploffende munitie.
  • Opensplijtende munitie voor pistolen en revolvers.
  • Kogels met hardstalen kern, lichtkegels of lichtspoormunitie en kwikhoudende munitie.
  • Munitie in kaliber 5,7 x 28 en in kaliber 4,6 x 30.
  • Hagelpatronen (Slugs zijn wel toegelaten)
  • Munitie herladen met zelf gegoten / zelfgemaakte (loden) koppen.
  • Slecht functionerende/ vervuilende munitie, al dan niet met loden koppen.
  • Het gebruik van herladen munitie, is niet toegestaan bij alle dynamische schietactiviteiten.

Art. 3. Binnen de schietruimte voor luchtdrukwapens mogen enkel niet-vuurwapens gebruikt worden die projectielen verschieten met een kinetische energie lager dan 10J gemeten op 1 meter van de loopmonding.